Bijdragen voor hergebruik
heideschapen
wol
Kansen voor biodiversiteitsherstel, circulaire economie en creatief vakmanschap.
Heideschaapskuddes spelen een belangrijke rol als natuurgrazers van vele heidevelden en natuurgebieden in Nederland om de oorspronkelijke vegetatie en biodiversiteit in deze gebieden te behouden. De heideschaapskuddes waren ooit het voorbeeld van een coöperatieflandbouwsysteem: de producten (mest, wol, vlees, bezems etc.) vonden lokaal direct hun toepassing en de opbrengsten droegen bij aan de bestaansinkomsten. Echter door de nieuwe landbouwtechnieken en de vergaande globalisering van de economie is deze lokale circulaire economie verdwenen en met als gevolg dat lokale schapenwol haar economische waarde heeft verloren. Zo krijgen herders en schaapskuddestichtingen geen inkomsten uit de jaarlijkse wolopbrengst waarmee het scheren van de schapen een verliespost is terwijl het vroeger een belangrijke inkomstenbron vormde.
Als tegemoetkoming in de stijgende kosten steunt het Dinamo Fonds jaarlijks 22 heideschaapkuddes met een bijdrage in de kosten voor het welzijn van de heideschapen. Zij begrazen zo’n 21.000 ha. aan heidegebieden in de provincies Fryslân, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Dankzij de inzet van deze bijzondere heideschapenkuddes is de instandhouding van onze heidelandschappen verzekerd.
Het Dinamo Fonds heeft de volgende initiatieven en projecten gesteund om het hergebruik van wol van de zeldzame heideschapen te stimuleren:
.Al sinds de middeleeuwen zijn herders en hun schaapskuddes een essentieel onderdeel van het Nederlandse cultuurlandschap en het beheer ervan. En ze leverden ook waardevolle producten zoals wol, mest, melk en vlees. Wol is tegenwoordig nog steeds een belangrijke toegepaste grondstof voor verschillende industrieën, toch wordt er jaarlijks tussen de 1 en 1,5 miljoen kilo schapenwol in Nederland weggegooid en vernietigd. Dit was vroeger toch anders.
Wol was eerder volop verbonden aan verschillende Nederlandse vissersplaatsen met de toepassing in de visserstrui. Vanaf het eind van de 19e eeuw werd de trui gebruikt als werkkleding voor vissers door de goede waterafstotende werking van de vettige schapenwol. Bijna elke vissersplaats had zijn eigen visserstrui variant met verschillende breipatronen en stijlen ontwikkeld, toegepast door de vissersvrouwen. Helaas raakte de visserstrui in de 20e eeuw in de vergetelheid, doordat nieuwe materialen en productiemanieren hun intrede deden.
Dit ‘vergeten erfgoed’ krijgt dankzij o.a. het Museum ’t Fiskershuske in het Friese Moddergat een nieuwe impuls. Zij maken nieuwe historische visserstruien met behulp van enthousiaste vrijwillige thuisbreiers. En met de bijdrage van het Dinamo Fonds kan nu de wol van natuurgrazende schapen van Ameland worden gebruikt. Zo ontstaat er weer een korte wolproductie-keten en een de herwaardering van de lokale historische visserstrui.
Dit project laat zien hoe het herintroduceren van oude historische wolproducten niet alleen bijdraagt aan het behoud van cultureel erfgoed, maar ook hoe historisch landschapsbeheer door schaapskuddes kansen biedt voor biodiversiteitsherstel, circulaire economie en creatief vakmanschap.
Kempische heideschapenwol als basismateriaal
Generaties lang bood de AaBe-deken warmte en geborgenheid in talloze Nederlandse woningen. The Knitwit Stable heeft de draad weer opgepakt en met respect voor traditie en met focus op duurzaamheid de AaBe-deken nieuw leven ingeblazen.
Voor de productie van de AaBe x Knitwit-deken is wol van de bijzondere Kempische heideschapen gebruikt van schapenhouder en ecoloog Sjraar van Beek. Met zijn bedrijf Landschapsbeheer De Wassum uit Venlo draagt hij zorg voor de inzet van 5.000 Kempische heideschapen. Deze zijn in 20 kuddes ondergebracht die in 27 heide- en natuurgebieden in Noord-Brabant en Limburg begrazen.
"De AaBe x Knitwit-deken is niet zomaar een product," zegt Reina Ovinge, oprichter van The Knitwit Stable. “Het is een symbool van onze toewijding aan hoogwaardige kwaliteit en duurzaamheid. Door deze deken opnieuw te introduceren, laten we zien dat traditie en innovatie elkaar versterken, een erfstuk van de toekomst”.
Het projectinitiatief is met een stimuleringsbijdrage van 25.000 euro door het Dinamo Fonds gesteund om zo een impuls te geven aan het opnieuw machinaal toepassen van scheerwol van Nederlandse heideschapenkuddes. Zo wordt na ruim 50 jaar Zuid-Nederlandse scheerwol weer in textielproducten verwerkt.
Schapenscheerder verwerkt vieze wol verwerkt tot wolkorrels
Schapenscheerder en paraveterinair Dirk Jan van Dalfsen uit Ermelo, verwerkt de overgebleven tweede keus heideschapenwol machinaal tot samengeperste wolkorrels of wolpellets. Het Dinamo Fonds financiert met de stimuleringsbijdrage voor de nodige faciliteiten voor zijn nieuwe productieruimte om meer wol te gaan verwerken. Ook kan hij verder onderzoek uitvoeren met studenten van de Universiteit Wageningen naar de bijzondere water absorberende kwaliteit van de wolkorrels bij jonge bomenaanplant. De korrels zorgen ervoor dat extra water geven gedurende droge periodes overbodig is en verrijken tevens de bodem met organisch materiaal en langzaam werkende meststof.
“Uit de eerste cijfers blijkt dat 80 procent van de jonge bomen is aangeslagen, zonder deze extra water te geven gedurende deze zeer droge zomer” aldus Dirk Jan van Dalfsen, “met het vervolgonderzoek kunnen we straks over een langere periode ook de effecten per boomsoort nagaan.” De wolkorrels zijn al ontdekt door moestuinhouders welke zeer enthousiast zijn over de toepassing ervan omdat ze tijdens droogte niet meer hun groentegewassen hoeven te besproeien. Bovendien bemesten de korrels de grond én ze verbeteren ook de bodem wanneer de wormen het afbreken tot humus. Het fabriceren van wolkorrels als organische meststof en waterregulator voor bomen en planten kan bijdragen om het overschot aan ongebruikte schapenwol te verminderen. Deelnemer van het eerste uur is de schaapskudde Schapendrift, Stichting Schapendrift (Ermelo): zij verkopen in hun bezoekerscentrum de wolkorrels. En men ontvangt van de verkoop ook een percentage die ze voor de exploitatie van de schaapskudde inzetten. De wolkorrels kunnen daarnaast ook online worden gekocht via de onlangs gerealiseerde Webshop op de site van Dirk Jan van Dalfsen.
Het streven is dat op termijn meer schaapskuddes gaan deelnemen om wolkorrels te verkopen en hieruit inkomsten verkrijgen. Van Dalfsen is momenteel met een aantal partijen in gesprek die ook met wolkorrels aan het experimenteren zijn. Men bekijkt hoe de krachten meer gebundeld kunnen worden om tot een kostendekkend productieproces te komen.
Heidewol onder de loep
Janne de Hoop en Mirthe Snoek zijn de oprichters van het Hollands Wol Collectief (HWC) dat zich als doel heeft gesteld om van schapenwol weer een waardevol materiaal te maken. “Dat doen we door geschoren wol in te kopen en te verwerken tot halffabricaat, zoals vilt, waarna de wol in samenwerking met partners in een verscheidenheid aan eindproducten wordt verwerkt” aldus Janne de Hoop.
Met het onderzoek wordt de geschoren wol van de zes verschillende heideschapenrassen (het Drentse heideschaap, het Schoonebeeker heideschaap, het Veluws heideschaap, het Kempisch heideschaap, het Mergellandschaap en het Groot heideschaap) onderzocht zodat de eigenschappen en de kwaliteit van de wol kan worden vastgesteld. Aan het onderzoek werken ook een aantal door het fonds gesteunde schaapskudde-stichtingen mee. De (meest) geschikte wol wordt geselecteerd om te testen voor verwerking tot vilt en garen voor truien. Mirthe Snoek licht toe “De eerste testen met Kempische heideschapen laten zien dat er een grote verscheidenheid aan kwaliteit in een kudde terug te vinden is en dat er zelfs hoge kwaliteit zachte vezels aanwezig zijn, die zeer geschikt zijn als garen voor het maken van jassen en truien.” Met de resultaten kunnen ze nagaan welke hoogwaardige producten er van de beschikbare Nederlandse heidewol gemaakt kunnen worden, die rendabel zijn. Het Hollands Wol Collectief wil in de komende 10 jaar een volledig circulaire wolketen opzetten als voorbeeld voor de duurzame circulaire economie waarbij de wol die momenteel gezien wordt als restmateriaal, weer een waardevolle bestemming krijgt.
Productie van dekbedden door herders
Om meer herders bij de productie van wollen dekbedden te kunnen betrekken ontwikkelde schaapherder Daniel een machinale productiewijze. Dit stelt hem nu in staat om ook heideschapenwol van zes andere zelfstandige herders en hun kuddes te verwerken naast zijn eigen kudde. Voor deelname aan Herders Bed geldt als voorwaarde dat er enkel met herders van traditionele gescheperde (gehoede) schaapskuddes wordt samengewerkt die werkzaam zijn in duurzaam natuurbeheer en geen chemicaliën en antibiotica toepassen.
Partners van Herders Bed zijn de Utrechtse schaapskuddes Grebbeveldschapen&zo en Treeker Wissel, de Overijsselse schaapskuddes Hof van Twente en Scheperij Salland en de Gelderse Schaapskudde de Belhamel. Zij ontvangen een eerlijke prijs voor hun duurzame ecologische wol en Herders Bed laat ze delen in de verkoopopbrengst.
Ontwikkeling en bouw wolschuim-machine
Ontwerper Christien Meindertsma past al jaren schapenwol toe in haar ontwerpen. Met de stimuleringsbijdrage heeft zij de ontwikkeling en bouw kunnen financieren van een eerste wolschuim-machine. De ontwikkelde machine kan wolschuim (Flocks) produceren uit kwaliteitswol van Kempische heideschapen. Hiermee ontstaan er nieuwe opties voor een grootschalige machinale verwerking van goede wol van natuur beherende heideschaapskuddes in Nederland. Het wolschuim kan worden toegepast als vulling in meubels en kan zo een goed alternatief vormen om het nu veel gebruikte kunstmatige schuimrubber te gaan vervangen. Het uiteindelijke doel is om met de machine een breed toepasbaar nieuw materiaal te gaan produceren dat alleen uit wol bestaat en dat herders op termijn de kans krijgen op meer inkomsten voor het beheer van de schaapskuddes met bijzondere heideschapen.
De machine biedt veel nieuwe kansen voor het gebruik en het breed toepassen van wol en kan een nieuwe vormentaal gaan opleveren. “Wolschuim is een nieuw driedimensionaal wolvilt dat machinaal en zonder water te gebruiken te produceren is, zo’n materiaal bestond nog niet”, aldus ontwerper Christien Meindertsma.
De beoogde toepassingsgebieden van het materiaal zijn breed omdat het materiaal in verschillende vormen en in verschillende dichtheden verwerkt kan worden zoals; isolatiemateriaal, akoestische verbetering, vervanger van schuimrubber in meubels, speelgoed en beschermend verpakkingsmateriaal. Meubelfabriek Gelderland uit Culemborg werkt al actief mee aangezien zij ook zoekende zijn naar een natuurlijk alternatief voor schuimrubber in de meubels. “Het nieuwe materiaal Flocks dat we willen produceren bestaat alleen uit wol en binnen dit project willen we werken met de wol van schapen die onderdeel uitmaken van natuurbeheer”, aldus Meindertsma.
Het Dinamo Fonds stelt jaarlijks 50.000 euro beschikbaar voor projecten die hergebruik van heideschapenwol stimuleren.
Ook een aanvraag doen? Check hier de mogelijkheden.