Heidekoeienkuddes

ondersteuning

Natuurgrazers voor biodiversiteit en cultuurlandschap

Heidekoeien als natuurgrazers

De heiderunderen waren eeuwenlang op de schrale zandgronden in het oosten van Nederland te vinden. Het aantal runderen dat een boer bezat was gering aangezien er weinig grasland voor de runderen beschikbaar was. Net zoals het voor de heideschapen gebruikelijk was, werden de Heidekoeien als gezamenlijke dorpskudde gehoed door een koeherder die ze in bermen langs wegen, op geoogste akkers en op de heidevelden liet grazen.

Drietal heidekoeien met een koeienherder in Drouwen in 1892, glasnegatief door Geert Jannes Landweer (1859-1924)collectie Drents Archief

Deze Nederlandse cowboys/girls werden ook in de 18de eeuw wel koescheper of beesteheer genoemd. In de 19de eeuw waren het vooral jonge kinderen die als koeherder werkten. Door het beperkte voedselaanbod waren de heiderunderen in vergelijking met de andere runderrassen zeer klein van bouw en hadden ze een kenmerkende reeachtige kop met grote ogen. Ze speelden een essentiële rol in het leven van kleine (keuter)boeren door te voorzien in melk, mest en vlees. De heidekoeien werden ook wel Heidesnikken, Heidepinnen, Bergvee of Heidepoepen genoemd en ze zijn waarschijnlijk eind jaren 30 van de vorige eeuw als ras uitgestorven aangezien ze door melkveerunderen werden vervangen. Door de ontginning van veengebieden en heidegebieden nam het het oppervlakte grasland voor boeren smet melkvee sterk toe en hierdoor verdwenen de dorpskuddes van de heidekoeien en ook die van heideschapen.

Grazende heidekoeienkudde met koeienherder (links) nabij de brink van Zeegse 1910-1920, glasnegatief van Jacob Meier, collectie Drents Archief

Comeback van de heidekoe

Dankzij het Geldersch Landschap & Kasteelen is sinds 2006 de heidekoe weer in Nederland met de introductie van een heidekoeienras uit Jutland (Denemarken) die genetische verwantschap heeft met het uitgestorven Nederlandse heiderund. Dit kleine schrale runderras is zeer geschikt voor extensieve begrazing in natuurgebieden en sinds 2006 is de heidekoe bezig met een comeback in Nederland als ideale natuurgrazer. Dankzij een aantal toegewijde fokkers zijn er nu ongeveer 150 dieren verdeeld over 10 tot 15 kuddes.

Heidekoeienkudde in het Wekeromse Zand te Wekerom waar sinds 2006 de eerste heidekoeien werden geïntroduceerd, foto Ciska van Genugten Geldersch Landschap & Kasteelen

Dankzij een aantal toegewijde fokkers zijn er nu ongeveer 150 dieren verdeeld over 10 tot 15 kuddes.

Overzicht heidekoeienkuddes

Drenthe: 4 kuddes (Stroomdal, Eigen Erf, Dolfink, F. v/d Zwaag)

Overijsel 4 kuddes (Landschap Overijssel te Dalfsen, Het Lankheet te Haaksbergen en Latrop-Breklenkamp)

Noord-Holland (Rundvee Museum Aat Grootes te Aartswoud)

Gelderland (Geldersch Landschap, Wekerom)

Limburg 2 kuddes (Limburgs Landschap te Wellerlooi en Hoeve Groenendaal te Gulpen)                                          

Er zijn rond de 100 geregistreerde vrouwelijke fokdieren in Nederland, het is echter een grote uitdaging om de heidekoe als ‘eigen’ populatie te onderhouden en is de opzet van een duurzaam fokprogramma nodig. Het dringende advies van Stichting Zeldzame Huisdierrassen (SZH) luidde daarom dan ook om gezamenlijk, met zoveel mogelijk veehouders en herders met Heidekoeien, een duurzaam fokprogramma op te stellen voor de lange termijn.

Heidekoe stier bij het Mantingerveld van F. van der Zwaag, foto F. van der Zwaag

DNA haaronderzoek 100 heiderunderen gesteund

Namens het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland, die collecties van (groente)gewassen, landbouwhuisdieren en bomen en struiken beheert, deed onderzoeker Mira Schoon in 2021 al onderzoek naar de afstamming en genetische diversiteit binnen twee kuddes Heidekoeien. “Gezien de hoge verwantschappen tussen de dieren is DNA-informatie essentieel om de genetische diversiteit goed in kaart te brengen en te gebruiken bij het opzetten van een fokprogramma”, aldus onderzoeker Mira Schoon. Het CGN voert deze analyses uit voor landbouwhuisdierenrasssen populaties. De genetische analyses die met het haarmonsters van de geherintroduceerde heiderunderen als DNA-materiaal gedaan kunnen worden zijn erg waardevol voor kleine rassen, maar dit genotyperen is wel kostbaar. Om het onderzoek een impuls te geven steunde het Dinamo Fonds het onderzoek met 10.000 euro. Dankzij deze ondersteuning kon het CGN een grote oproep doen onder veehouders en herders om van zoveel mogelijk dieren haren (DNA) te verzamelen om zo de genetica van de heidekoeien in Nederland goed in beeld te krijgen. Ondanks dat niet alle heidekoeien gemakkelijk te vangen waren, is het toch gelukt om van meer dan 100 heiderunderen van negen verschillende kuddes in Nederland materiaal te verzamelen. Door het grote aantal dieren kan er een veel completer beeld van de hele populatie gemaakt worden dat een goed uitgangspunt vormt voor de start van een duurzaam fokbeleid voor de heidekoeien in Nederland. Ook kunnen er nu ook andere populaties heidekoeien en verwante populaties (zwartbonte) runderrassen in binnen- en buitenland worden vergeleken.

Natuurgrazers

Heidekoeien zijn van oudsher zeer goede natuurgrazers en ze zijn zeer effectief om de jonge aanwas van bomen en struiken plus de grassen die door de stikstofaantasting versnelt groeien in natuur -en heidegebieden te bestrijden. Heidekoeien zijn anders dan gangbare melkkoeien en zijn te vergelijken met de in de natuur levende zoogdieren zoals reeën, hazen of eekhoorns en worden geheel onderdeel van het natuurlijk systeem. En doordat ze winterhard zijn, kunnen ze gedurende alle seizoenen buiten blijven lopen en zelf hun voedsel zoeken in de gebieden.

Heidekoeien zijn net als heideschapenkuddes al eeuwenlang actief verbonden aan ons cultuurlandschap die onder leiding van herders de kenmerkende open natuur -en heidevelden begrazen. Dit oude en bijzondere gebruik is nu nog steeds een doeltreffende manier van landschapsbeheer waarbij de biodiversiteit en het cultuurlandschap behouden blijft. Omdat heidekoeienkuddes aansluiten op de sectoren van die het Dinamo Fonds steunt; dieren, natuur & landschap en monumenten zijn er in 2023 een aantal projecten geselecteerd van heidekoeienkuddes

Het Dinamo Fonds heeft 23.500 euro toegekend aan vijf beheerders uit vier provincies voor het welzijn van hun kuddes. De bijdrage kan worden ingezet als vergoeding voor gemaakte kosten voor het welzijn van de 77 heidekoeien zoals voor inentingen, dierenartskosten, voer en andere maatregelen voor het welzijn.

Heidekoeien in het Wekeromse Zand te Wekerom, foto Ciska van Genugten Landschap & Kasteelen

Het Geldersch Landschap & Kasteelen ontvangt van 5.000 euro voor de kudde met 6 heidekoeien op het Wekeromse Zand te Wekerom.

Kudde heidekoeien op Landgoed De Hamert te Wellerlooi, foto Henk Heijligers Limburgs Landschap

Het Limburgs Landschap wordt met een bijdrage van 3.500 euro gesteund met de kudde van 10 Heidekoeien die grazen op landgoed De Hamert te Wellerlooi.

Kudde heidekoeien van Landschap Overijssel in heidegebied Manderheide te Tubbergen, foto Dinamo Fonds

Landschap Overijssel ontvangt 5.000 euro voor de drie kuddes die in heidegebieden Manderheide te Tubbergen, Bergvennen & Brecklenkampse Veld te Latrop met 16 Heidekoeien begrazen.

Kudde heidekoeien van Schaapskudde Het Stroomdal Drentse Aa te Schipborg, foto Julie Teunen Schaapskudde Het Stroomdal

De Schaapskudde Het Stroomdal bij de Drentse Aa ontvangt 5.000 euro voor de kudde met 7 heidekoeien in het Nationaal Park Drentse Aa te Schipborg

Kudde Heidekoeien in wintervacht in weiland te Mantinge (Dr.) van F. van der Zwaag, foto F. van der Zwaag

Natuurbegrazings-veehouder F. van der Zwaag te Mantige, die een kudde van 38 Heidekoeien beheert op het Mantigerveld, wordt met 5.000 euro gesteund met de aanschaf van een mobiele vanginstallatie.

In 2024 gaan we ons verder inzetten om projecten te steunen die populatie heidekoeien versterken en die de inzet van deze historische natuurgrazers in ons cultuurlandschap stimuleren, zodat ze op termijn de plaats in kunnen nemen van de Schotse hooglander of het Galloway rund in de natuur -en heidegebieden.